Airhunters is een jong bedrijf uit het Gelderse Velp, dat precies doet wat de bedrijfsnaam zegt: jagen naar lucht. Lucht in opleggers wel te verstaan, want de 85 procent beladingsgraad van vrachtwagens is ondernemers Erik Roelevink en Hans van Wieringen een doorn in het oog. “Cargopoolen biedt oplossing en voordeel voor verlader en transporteur, maar ook voor het milieu.”
Als we al een uur aan tafel zitten, buigt Erik Roelevink zich naar voren. “Weet je waar de naam airhunters eigenlijk vandaan komt? Van Ikea. Daar is een speciale afdeling bezig om het transport zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Daarom zijn al die dozen zo plat en zitten de matrassen op een rolletje in elkaar!”
geen feeling
Erik Roelevink en compagnon Hans van Wieringen hebben beiden een rijk verleden in de transportwereld. Ze kwamen elkaar uiteindelijk tegen bij Wim Bosman in ‘s-Heerenberg. Waarom met zijn tweeën een nieuw bedrijf beginnen als je bij een van de grootste transporteurs van Nederland werkt? “Dat zeg je goed”, reageert Roelevink adrem, “grote transporteur. De transportindustrie wordt door overnames steeds groter. Er ontstaan megabedrijven waar het management allang geen feeling meer heeft met de klant, met de verlader. Ze zijn constant bezig met vergaderen, om targets te halen, om KPI’s in te vullen. De grotere transportbedrijven zijn tegenwoordig productiemachines: er is geen creativiteit en geen persoonlijke aandacht voor de klant. Ik had daar zelf geen lol meer in.” Van Wieringen vult hem aan: “Ik was bij een van mijn vorige werkgevers voor 80 procent met rottigheid bezig: schades, overtredingen, ziekteverzuim. Ik was maar voor 20 procent met de klant bezig. Zo kwam ik naar mijn gevoel veel te ver van de kern van mijn werk af te staan.”
te gek
Eind vorig jaar werd airhunters geboren. Het bedrijf is geënt op een gegeven dat eigenlijk iedereen in de transportsector wel kent: de beladingsgraad van een vrachtwagen of oplegger is vrijwel nooit honderd procent. “Gemiddeld mist er in iede- re oplegger of vrachtauto minimaal 15 procent aan lading”, schetst Van Wieringen. “Dat is natuurlijk van de gekke. Onze ervaring is dat transportbedrijven dat als een gegeven zien, ze gaan niet actief op zoek om die oplegger vol te krijgen. Daar zijn wij in gesprongen: er zijn namelijk tal van verladers met kleine zendingen. Die kleine zendingen passen prima in de nog beschikbare laadruimte.” Maar er zijn toch al tal van vrachtdatabanken, zoals Teleroute of Timocom? “Dat klopt”, antwoordt Roelevink, “maar daar ben je als verlader niet of niet altijd welkom.”
Bij Bekker Transport worden plastic buizen bovenop pallets geladen.
nee verkopen
Om verladers vervoersruimte te kunnen bieden, is een liefst zo uitgebreid mogelijk netwerk nodig. Dat hebben Roelevink en Van Wieringen in hun carrière ruimschoots opgebouwd. “We beschikken over een netwerk van zo’n 50 transporteurs, die zelf ook weer vele connecties hebben. Dat is belang- rijk, want nee verkopen, daar houd ik niet van. Dat doe ik gewoon niet”, aldus Van Wieringen. “Hoe een opdracht precies in zijn werk gaat? OK, ik geef wel een voorbeeld. Onlangs belde ons een Spaanse opdrachtgever, die een zending van Polen naar La Coruna in Noord-Spanje wilde laten vervoeren. Wij duiken in ons netwerk, denken, overleggen misschien even, en toen kwamen we uit bij een transportbedrijf dat Portugal- specialist is. Die kon de zending uitstekend afleveren op de weg naar Portugal. Verlader blij, transporteur blij. Het is echt heel simpel.” Airhunters werkt naar eigen zeggen met een all-in prijs, maar is voorzichtig om tarieven te noemen. Roelevink: “Dat verschilt ook per transport natuurlijk. Het is namelijk zo dat we een ad-hoc zending kunnen verzorgen, maar ook een vast traject kunnen herinrichten en efficiënter maken. We kijken overigens naar diverse modaliteiten, ook naar spoor of luchtvracht, als dat een mogelijkheid biedt. Maar het gaat ons dus niet zozeer om tarieven, om geld verdienen, maar om voor onze klanten een oplossing te bieden. Dat is eenvoudiger dan je denkt. Het transportbedrijf moet toch al rijden, het is blij met wat extra inkomsten en de verlader is blij met zijn snelle transportoplossing. Wij pik- ken ook onze marge mee. Onder de streep staat dan zonder meer efficiënt transport. Bovendien gaat niet alleen de beladingsgraad van het transport omhoog, maar de CO2-uitstoot gaat sterk naar beneden als er minder ver- keer is voor hetzelfde goederenvervoer!”
vraaggestuurd
Het netwerk van airhunters lijkt gebaat bij een zo groot mogelijke reikwijdte. Kunnen transportbedrijven, misschien wel lezers van TTM.nl, zich aanmelden bij airhunters? Roelevink en Van Wieringen kijken bedenkelijk. “Wij werken vanuit de vraagkant en werken dan naar een oplossing. Dat werkt tot nu toe uit- stekend. We werken ook het liefst met kleinere transportbedrijven met wagenparken van twintig tot vijftig auto’s, omdat een persoonlijk contact superbelangrijk is bij het regelen van de juiste rit en de juiste deal. Dat betekent snel en direct contact met planners en eventueel chauffeurs. Dit werk is vaak ad-hoc, dus er wordt vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van mobiele telefoons. Het heeft echt geen zin om ’s avonds, of zoals laatst op Tweede Pinksterdag, het vaste nummer van een transportbedrijf te gaan bellen. Het is zaak er dicht op te zitten, persoonlijk contact werkt het beste.”
bovenop
Om die reden hebben Roelevink en Van Wieringen ook al diverse ‘dienstreizen’ gemaakt naar transportbedrijven in binnen- en buitenland. Van Wieringen: “Een van onze klanten wilde buizen naar Duitsland laten ver- voeren, op regelmatige basis. Niet te dikke, plastic buizen. Wij kwamen via ons netwerk in contact met Bekker Transport in Emmerich. Die reed naar dezelfde plaatsen waar ook onze klant zijn leveringen had, dus konden we mooi meeliften door de buizen bovenop zijn pallets te plaatsen. Die plastic buizen van onze klant konden daar nog prima bovenop.”
meer rendement
Hoe je er ook naar kijkt, het concept van airhunters is eenvoudig: zoek de ruimte in de oplegger en benut die ten volle. Waarom is een dergelijk concept niet eerder van de grond gekomen? Roelevink: “De oorzaak daarvoor ligt in de houding van veel transportbedrijven. Die focussen zich puur op hun belangrijkste taak: ver- voeren. Wees werkelijk een logistiek dienstverlener, met de nadruk op dienst. Nogmaals: er zit zo ongeloof- lijk veel potentie in die beladingsgraad. Ga maar na: stel dat je die niet eens volledig krijgt, maar wel 10 procent omhoog. Dat betekent een efficiency- en ook rendementsverbetering van 10 procent! Dat zou een ongekende ontwikkeling zijn voor de Nederlandse transportsector!” Airhunters wil sympathie wekken voor het efficiënter maken van trans- port. Roelevink: “Dat is echt het doel. Niet ons eigen gewin. Echt niet. We werken nu met zijn tweeën, maar veel groter moeten we niet worden. Kleinschaligheid, met persoonlijk contact, directe communicatie met alle partijen, geen moeilijke contracten of SLA’s, alleen dan kunnen we dit werk succesvol doen. Ik daag ook andere partijen uit om dit op te pakken en hetzelfde te doen als wij. Als iemand morgen airhunters in Amsterdam wil opstarten, heeft-ie nu al onze zegen! Cargopoolen heeft de Nederlandse transportsector zo veel te bieden, dat moet breed ingezet worden voor zoveel mogelijk effect.”
Tekst: Arjan Velthoven
TTM, magazine voor beroepsvervoer juli 2014